H.03 | de mens als een economisch organisme. |
De kapitalist kent de definitie van oorlog niet. Hij ziet oorlog als een gewelddadige aanval die uitgevoerd wordt door soldaten en machines. Hij weet niet dat er een effectievere maar meer tijd vragende oorlog uitgevochten kan worden met brood of in ons geval met drugs en het deskundig gebruik van onze kunstvorm. |
HOME |
De
mens is onderhevig aan bepaalde verlangens en behoeften welke voor hem
net zo natuurlijk zijn als voor elk ander dier. De mens heeft echter de
eigenaardigheid om sommige van deze verlangens en behoeften buiten de
grenzen van redelijkheid te overdrijven. Dit wordt duidelijk door de
groei van de klasse met veel vrije tijd, de pseudo-intellectuelen, de
middenstanders, het kapitalisme en andere ziekten. Er
is terecht gezegd, dat één tiende deel van een mensenleven bestaat uit
politiek en negen tiende deel uit economie. Zonder eten sterft het
individu. Zonder kleding bevriest hij. Zonder huizen en wapens valt hij
ten prooi aan de hongerige wolven. Het verkrijgen van afdoende
bestanddelen om te beantwoorden aan noodzakelijkheden als voedsel,
kleding en onderdak, in redelijke mate, is het natuurlijke recht van een
lid van een verlichte staat. Een overdaad van deze zaken zorgt voor
rusteloosheid en onrust. De aanwezigheid van luxe zaken en materialen en
het kunstmatig creëren en prikkelen van de begeerte zoals in
kapitalistische reclames, leggen zeker de nadruk op de minder wenselijke
karaktereigenschappen van de mens. Het
individu is een economisch organisme, dat een bepaalde hoeveelheid
voedsel nodig heeft, een bepaalde hoeveelheid water en hij moet een
bepaalde hoeveelheid warmte behouden, om te kunnen leven. Als hij meer
voedsel heeft dan hij kan eten, meer kleren dan hij nodig heeft om
zichzelf te beschermen, dan betreedt hij het gebied van een zekere
doelloosheid welke zijn verstand en bewustzijn afstompt en hem tot prooi
maakt van moeilijkheden die hij, in een minder vergiftige toestand, had
kunnen voorzien en voorkomen. Hier hebben we de oververzadiging die een
bedreiging vormt voor het individu. Dit
is niet veel anders in een groep. Waar een groep teveel vergaart,
vermindert het bewustzijn betreffende zowel de eigen groepsleden als de
omgeving en is de effectiviteit van de groep in het algemeen verdwenen. Het
behouden van een balans tussen vraatzucht en behoefte is het gebied van
economie eigen, en is een passend onderwerp en zorg van de
communistische staat. Verlangen
en behoefte zijn een gemoedstoestand. Individuen kunnen leren om meer te
willen en te verlangen dan zij ooit kunnen verkrijgen en deze individuen
zijn ongelukkig. De meeste van de eigenzinnige karakteristieken van de
kapitalist komen uitsluitend voort uit hebzucht. Hij buit de arbeider
veel verder uit dan hij, als kapitalist, nodig heeft. In
een natie waar de economische balans niet gecontroleerd wordt, wordt de
begeerte van het individu geprikkeld met een overdreven, betoverende en
zinnenprikkelende overreding om goederen te willen bezitten. Er ontstaat een soort krankzinnigheid, waarbij elk individu ertoe gebracht wordt om meer te bezitten dan hij kan gebruiken, en om dingen te bezitten zelfs als dat ten koste gaat van zijn kameraden. Er
bestaat, in een economische balans, ook een andere kant. Een te groot en
te lang gemis, kan ongezonde verlangens veroorzaken die, als er niet
wordt ingegrepen, zorgen dat het individu meer verzamelt dan hij kan
gebruiken. Armoede op zich, zorgvuldig gekweekt in de kapitalistische
staten, kan een onbalans in bezit veroorzaken. Net als een vacuüm
zichzelf vult, zal in een land waar opgedrongen gebrek bij de massa
wordt toegestaan, en waar verlangens kunstmatig worden geprikkeld,
behoefte veranderen in hebzucht en in zulke staten vindt je al snel de
uitbuiting van de massa ten bate van enkelen. Als
men, door middel van psychopolitiek, deze buitensporige hebberigheid zou
afstompen in de enkelingen die haar bezitten, zou de arbeider vrij zijn
om een meer natuurlijke balans te zoeken. Hier
hebben we twee extremen. Elk van hen is een krankzinnigheid. Als we
krankzinnigheid wensen te creëren, hoeven we het individu slechts voor
een langere tijd te overvoeren of iets te ontzeggen, tot hij geen
weerstand meer kan bieden, en we hebben een geestelijk onbalans. Een
eenvoudig voorbeeld hiervan is de afwisseling van een te lage en een te
hoge druk in een kamer, een uitstekende psychopolitieke procedure. De
snelle afwisseling van de druk brengt een chaos voort, waarin de eigen
wil lam gelegd wordt en de controle noodgedwongen wordt overgenomen door
de wil van anderen. Wezenlijk
moet je in een heel land, hoe dan ook, de hebzuchtige verwijderen en
vervolgens moet men een gevoelsmatig tekort bij de massa creëren om het
bevel en de totale controle over dat land te krijgen. De
massa moet doorlopend geďndoctrineerd worden met hoop op welvaart en
veel dromen en vooruitzichten op een overvloed aan gebruiksartikelen,
deze hoop moet worden uitgespeeld tegen de werkelijkheid van gebrek en
een voortdurende dreiging van verlies van alle economische factoren als
men niet langer meer loyaal is aan de staat om op deze wijze de
individuele wensen van de massa te onderdrukken. In
een land dat we willen veroveren zoals Amerika, moet onze langzame en
sluipende benadering gebruik maken van de economische hoogte- en
dieptepunten die kenmerkend zijn voor kapitalistische landen, om steeds
meer controle te krijgen over de wil van individuen. Een economisch
hoogtepunt is voor onze doeleinden net zo gunstig als een dieptepunt.
Onze propaganda hoeft zich tijdens welvaart alleen te richten op de
rijkdom die in zo een periode vergaard wordt door enkelen om ze hun
controle op de staat te laten verliezen. Tijdens een economisch
dieptepunt hoeven we er alleen op te wijzen dat dit het gevolg is van de
gierigheid van enkelen en het politieke falen van de leiders van dat
land. Economische propaganda is normaliter niet de taak van de psychopolitiek, maar de psychopoliticus moet begrip hebben van economische maatregelen en de daaraan verbonden communistische doelen. Men moet de massa doen geloven dat alleen het zwaar belasten van de rijken hen kan bevrijden van deze lastige “klasse met teveel vrije tijd”. Op deze manier kan zoiets als inkomstenbelasting door de massa geaccepteerd worden, een Marxistisch principe dat in 1909 gladjes is ingevoerd in het kapitalistische stelsel in Amerika, ondanks het feit dat de Amerikaanse grondwet dit verbood en het communisme nog maar enkele jaren actief was in Amerika. Een
groot succes zoals de wet op de inkomstenbelasting zou Amerika en niet
Rusland het eerste communistische land ter wereld gemaakt kunnen hebben.
Maar de kracht en het gezonde verstand van het Russische volk won. Het
is heel goed mogelijk dat Amerika pas halverwege deze eeuw volledig
communistisch wordt, maar wanneer dit gebeurt zal dit zijn door ons
superieure begrip van economie en psychopolitiek. De
communistische agent die goed opgeleid is in economie heeft de taak om
de belastingkantoren en hun personeel om te kopen om maximale verwarring
en chaos te creëren. Aan hem moeten wij de taak overlaten om wetten
aangenomen te krijgen die onze doelen dienen. De psychopoliticus speelt
een hele andere rol in dit drama. De
rijken, de deskundigen op het gebied van financiën, de goed geďnformeerde
mensen in regeringskringen vormen de specifieke en individuele doelen
voor de psychopoliticus. Het is zijn taak om de individuen die de
communistische, economische programma’s willen stoppen of veranderen,
van het speelveld te verwijderen. Dus elke rijke man, elke staatsman,
elke goed geďnformeerde persoon in regeringskringen moet een
psychopoliticus als vertrouwenspersoon aan zijn zijde krijgen. De
families van deze personen zijn vaak gestoord door doelloosheid en
hebzucht en dit moet worden versterkt of zelfs gecreëerd. De normale
gezondheid en het wilde gedrag van de rijkeluiszoon moet verdraaid en
geperverteerd worden en als neurose worden uitgelegd, om vervolgens door
een nauwkeurige toepassing van drugs en geweld omgevormd te worden tot
criminaliteit of krankzinnigheid. Dit zorgt ervoor dat er iemand uit de
“geestelijke geneeskunde” een vertrouwelijk contact krijgt met de
familie, vanaf dat moment moet dat contact optimaal benut worden. Het
communisme heeft het meeste succes als aan de zijde van elke welgestelde
of invloedrijke man een psychopoliticus geplaatst zou kunnen worden, een
onbetwistbare, onaantastbare autoriteit in het veld
van de “geestelijke geneeskunde” die vervolgens met zijn advies of
begeleidende opinie aan de man of middels zijn vrouw of dochter, op
optimale wijze het economische beleid van het land verwart en omverwerpt.
Als de tijd rijp is, ontdoet hij zich voor altijd van de welgestelde of
invloedrijke man door het gebruik van de juiste drugs of behandeling om
zijn volledige ondergang in een inrichting te bewerkstelligen of zijn
dood door middel van zelfmoord. Neergezet
naast de machtige personen in een land kan een psychopoliticus ook
invloed uitoefenen op andere beleidsterreinen om onze strijd te
ondersteunen. De
kapitalist kent de definitie van oorlog niet. Hij ziet oorlog als een
gewelddadige aanval die uitgevoerd wordt door soldaten en machines. Hij
weet niet dat er een effectievere maar meer tijd vragende oorlog
uitgevochten kan worden met brood of in ons geval met drugs en het
deskundig gebruik van onze kunstvorm. De kapitalist heeft in
werkelijkheid nog nooit een oorlog gewonnen. De psychopoliticus zal
weinig moeite hebben met het winnen van deze oorlog. |